Inleiding
Wetsens is een klein dorpje en ligt in het Noordoosten van Noard East Fryslân, het dorpje telt ongeveer 60 inwoners en 20 huizen. De bevolking bestaat uit een aantal agrariërs, ondernemers en mensen met uiteen lopende beroepen.De terp van Wetsens.
De grootste terp van Oost-Dongeradeel met een middellijn van 300m en een hoogte van 6 meter. Een terp ontstond door heuveltjes die men opwierp tegen de hoge waterstand, uiteindelijk werden ze aan een gesloten tot een grote terp. Vanaf 1892 werd de terp afgegraven, vruchtbare grond werd gebruikt om de zandgebieden vruchtbaarder te maken. Er was speciaal een sloot met een haventje gegraven zodat de grond per boot afgevoerd kon worden. Nu staat er alleen nog de kerk, een boerderij, en een woonboerderij op de oude terp. Uit de voorwerpen die men toen vond, bleek dat er al bewoning was in de romeinse tijd (eerste eeuw van onze jaartelling) er werden onder meer scherven gevonden van Terra sigillata (Latijn voor gestempeld aardewerk) in het begin stonden er houten woningen, veestallen en opslagplaatsen voor veldgewassen, na de middeleeuwen werden ze van baksteen. De oudste bewoners waren behalve vee bezitters en akkerbouwers, ook handelaren, vissers, en ambachtslieden zo blijkt uit de vondsten, ze hadden een zekere mate van welstand. Zulke kleine dorpen hadden een eigen geldelijke huishouding en eigen inkomsten uit de dorpslanden. Van de inwoners werden hoofdelijke omslagen geheven (soort belasting) kerk, school, wegen en vaarten moesten hiervan onderhouden worden, wat een drukkende last was. De centrale figuren op bestuurs niveau waren de dorpsrechter en de ontvanger, die werden benoemd door de grietman. Dit duurde tot 1871, toen werden de zelfstandige dorpshuishoudingen opgeheven en alles werd ondergebracht bij de centrale gemeentelijke administratie (nieuwe gemeentewet uit 1851) in 1840 stonden er 18 huizen met 131 inwoners in 2017 waren er ongeveer 20 huizen en 55 inwoners
In een register uit 1511 worden 3 zathen (boerenplaats) vermeld, groot Jaerla, klein Jaerla en Campstra. Groot en klein Jaerla lagen ten westen van de Peasens. in 1640 worden er negen stemhebbende zathen vermeld (boerenplaats) groot Jaerla is tussen 1818 en tussen 1828 afgebroken, de stenen werden gebruikt in een nieuwe boerderij in de nabijheid deze is inmiddels ook verdwenen. Klein Jaerla was al eerder gesloopt, de oude funderingen zijn in de bodem achtergebleven zodat draineren moeilijk werd.
Woningen
In 1714 telde Wetsens 5 woningen rondom de kerk. In de loop van de 18e eeuw breidde het aantal uit en rond 1770 waren er 19 woningen, waaronder 9 woningen behorende een zathe. Door de eeuwen heen is er veel gesloopt en verkaveld. Bij de ruïne (voormalig huis van “Ald Anders”) stonden vroeger 2 huizen, de boerderij van Anders was een monument. Hij heeft de restauratie tijdens zijn leven tegengehouden, op een gegeven moment was het zo verwaarloosd dat het onbewoonbaar werd verklaard maar van de gemeente mocht hij er toch blijven wonen. Na zijn dood was het te laat om het nog op te knappen.
Rink van der velde
Heeft een stukje over de ruïne geschreven in de Leeuwarder Courant “Frysk Mozaïk”: De zorg dat de restanten van Andries Dijkstra’s kluizenaars bestaan in het kader van een efficiënte agrarische bedrijfsvoering geleidelijk zullen verdwijnen is groot. Dat moet natuurlijk niet, een permanent comité van waakzaamheid is nodig om het te behouden. Want die in de late avonduren bij ondergaande zon zo mooi spookachtig ogende bouwvallen hoort bij Wetsens (Helaas is het toch grotendeels verdwenen.)
Woningen die er nu niet meer zijn
Tegen over nummer 12 (Jaerlawei ) stond een huis op de plaats waar nu het hok staat. Op nummer 14 was een kruidenierswinkeltje (Minnema.) Naast de kerk stond een huis waar nu de parkeerplaatsen zijn, dit is afgebroken in 1984 en daarvoor stond er waarschijnlijk een pastorie. Aan de andere kant van de Dokkumer wei stonden 2 boerderijen gelegen aan de Peasens. op de hoek bij de Opslach stond een dubbelwoonhuis.
Rijksmonument, valt onder de stichting oude Friese kerken en stamt uit de 12e eeuw is gewijd aan Sint Vitus en is opgetrokken uit tufsteen. De noordkant is nog van dit bouwmateriaal. In de 15e eeuw is er een gotische ingang aan de Noordkant gemaakt. In de 16e eeuw is de kerk waarschijnlijk verhoogd wat te zien is aan de stenen die gebruikt zijn. Tot het jaar 1842 had het gebouw een zadeldak toren, die stortte in waarbij de klok ook verloren ging tijdens een zondag middag dienst, toen de dominee met de preek wilde beginnen over Simon in de tempel (volgens de legende.) Het was al de bedoeling geweest de toren af te breken, wegens achterstallig onderhoud en te vervangen door een klokkenstoel want er was geen geld voor restauratie van de toren. Een aantal jaren later is er een nieuwe klok aangebracht. Tijdens de oorlog is deze gevorderd daarna is er in 1949 een nieuwe klok aangebracht die er op heden nog hangt. In de kerk is er hoogstwaarschijnlijk in de 17e eeuw verbouwd want de oudste grafsteen die zich nog in de kerk bevind is uit 1611, maar deze is onleesbaar. Er zijn nog twee graven van dorpsrechters, een ervan is van Reinier Mammes, overleden op 25 december 1658. In de grond op het kerkhof is een in tweeën gebroken zerk gevonden van Kuiper Luitien Coerts overleden mei 1680. Begin 1800 werd een harmonium gekocht bij H.P Steenhuis te Groningen deze heeft dienstgedaan tot 1933. Hiervoor in de plaats kwam een pijporgel, deze werd opgebouwd uit de onderdelen van 3 andere orgels en word nog steeds gebruikt.
De school werd gebouwd in 1829 door Gerben Heeringa uit Oosternijkerk voor 1244 gulden en stond waarschijnlijk tegenover Jaerlawei 12. De eerste onderwijzer overleed in 1815 de school heeft dus langer bestaan op een andere plaats of is herbouwd in 1829? In 1880 is de school opgeheven in verband met de langdurige ziekte van het laatste schoolhoofd de heer Feenstra ( de schoolmeester was ook koster en voorzanger) hij kreeg pensioen toen hij 50 jaar was, maar overleed al op 53 jarige leeftijd op 12 mei 1883 te Wetsens. Er waren in het dorpsgebied van Wetsens 19 kinderen tussen 5 en 12 jaar waarvan de helft maar naar school ging. Zelfs die kwamen niet altijd want er was nog geen leerplicht. Soms zaten er maar 3 leerlingen in de klas daarom werd besloten de leerlingen te verdelen over Aalsum en Niawier. Bij de terp afgraving is de school gesloopt. (eind 1800)
Dokkumer lokaaltje Dokkum-Anjum
Station Dokkum-Aalsum werd geopend in 1901 maar voor reizigers verkeer gesloten in 1936. (Te weinig reizigers.) tot 1973 was het nog in gebruik als goederen station, de halte in Wetsens is er nooit gekomen. Hier en daar is nog een stukje spoorbaan zichtbaar.
De ijsbaan “Yne Smoute”
De ijsbaan lag op de grond van W Sijtsma en aan de Noordzijde van de kerk. Dit was een ontmoetingsplaats voor iedereen uit de hele omgeving. Het was een mooie plek om te schaatsen in de luwte van de terp, want in die tijd was er weinig ander vertier.
Andries Dijkstra
Andries Dijkstra (âld Anders, Anders Dykje genaamd) overleden op 30 september 1974 op 82 jarige leeftijd, werd de kluizenaar van Wetsens genoemd. Hij struinde alles af en had altijd een juten zak over zijn schouder om alles wat hij gebruiken kon mee te nemen. Op zijn erf liepen wel 100 kippen (de hanen verdwenen in de pan) verder liepen er nog geiten die ook mee in huis gingen.
Heeft gewoond op Jaerlawei 12 vanaf 1988 tot 2007. Een strijdbare man, hij tegen de rest van de wereld. Volgens hem moest Wetsens geschreven worden met een s en niet met een “z”. Alle post waarbij Wetsens met een ‘z’ werd geschreven stuurde hij terug waarbij ook de rekeningen, aanmaningen zaten. Op 25 oktober 1984 werd vastgesteld dat Wetsens voortaan met een ‘s’ moest worden geschreven er was een overgangs periode van 5 jaar. Op 1 januari 1990 zou dit definitief zijn en door allerlei instanties, instellingen, diensten enzovoort opgevolgd moeten zijn. In de praktijk bleek het toch niet helemaal te werken volgens Boersma lag de PTT ook dwars en hij blijft zich erover opwinden en maakte er een principe zaak van.
Wetsumer duinen
+- 1974 werd er 300.000m3 zand vanuit het Driezumermeer via een kilometers lange buizenstelsel gestort bij Wetsens. Dit werd een mooi tijdelijk recreatie terrein voor de buurtbewoners, het zand werd gebruikt in verband met ruilverkaveling en aanleg van wegen.
De terp zou opgehoogd worden door hekkelspecie en zou 20 tot 25 jaar duren. Hier kwam veel weerstand tegen, op de inspraakavond ging het er heftig aan toe. Nico Boersma was woordvoerder namens dorpsbelang Niawier-Wetsens. In juni 1992 werd er unaniem besloten dat ze geen ophoging willen hebben, ze voorzien een grove aantasting van het fundamenteel woon-leef genot gedurende 25 jaar (stank, ongedierte en vervuilde grond.) Op 14 juli 1992 heeft het dorpsbelang officieel bericht gekregen dat het ophogen niet doorgaat.
Matthijs Sijtsma 2018
fdf
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!